Breng bouillon en wijn aan de kook.
Voeg de champignons en de knoflooktenen (in de schil!) toe en laat ze 6-7 minuten koken.
Stort alles in een fijne zeef en houd de champignons warm.
Vang het kookvocht op en breng het samen met de knoflooktenen opnieuw aan de kook.
Laat zachtjes koken tot er niet veel meer dan de helft (ca. 300ml) over is gebleven.
Houd de inmiddels gare knoflooktenen apart en laat ze afkoelen.
Verhit een pan met dikke bodem.
Laat de boter smelten en roer het sjalotje erdoor. Laat zachtjes fruiten tot het begint te kleuren.
Roer de bloem erdoor en blijf roeren tot er een smeuïg mengsel (roux) ontstaat.
Knijp de knoflooktenen uit en roer de knoflookpuree door de roux.
Schenk het gereduceerde kookvocht van de champignons erbij en blijf roeren tot er een gebonden saus ontstaat.
Roer de room erdoor en voeg eventueel zout en/of peper toe.
Laat 50 gram geraspte kaas in de saus oplossen en roer de champignons en peterselie erdoor.
Schep alles over in een ovenvaste schaal.
Vermeng de rest van de kaas met het broodkruim en strooi het mengsel over het gerecht.
Sprenkel er gesmolten boter over en plaats de schaal in het midden van de tot 220 graden voorverwarmde oven.
Neem het gerecht uit de oven zodra er een mooi goudbruin korstje op is gekomen.